Chardonnay in Champagne

Côte des Blancs

De druif chardonnay

Chardonnay als druif is zo bekend, dat haar naam bijna synoniem is voor ‘witte wijn’. Wereldwijd moet ze qua aanplant enkel de ugni blanc laten voorgaan, en die neemt maar de koppositie in omwille van haar rol in het stoken van brandewijn.

Chardonnay is één van de dochters van de overbekende pinot en de bijna verdwenen gouais blanc. Het is een natuurlijke kruising, waarschijnlijk ontstaan in Bourgogne, Frankrijk. Er zijn behalve talloze klonen twee varianten van chardonnay: de chardonnay musqué en de chardonnay rose.

Chardonnay loopt vroeg uit en heeft dus gemakkelijk te lijden onder voorjaarsvorst en andere lentekwalen. Anderzijds rijpt ze ook snel af, waardoor ze in het najaar wat minder risico loopt dan bijvoorbeeld pinot noir.

Je kunt chardonnay in de wijngaard herkennen door de blaren die op haar bladeren lijken te liggen. De rijpe druiven neigen naar donkergeel, bijna getaand, op het bruine af. ‘De vossen hebben gepist’, zeggen wijnbouwers wanneer de chardonnay rijp is om te plukken.

Hoe chardonnay in Champagne terechtkwam

Historisch gezien groeide een mikmak aan witte druiven in de champagnestreek. Vele druiven stonden bekend onder meerdere synoniemen, maar dezelfde naam werd ook voor meerdere druiven gebruikt. Zo is morillon gelijk aan chardonnay, maar dan ook weer niet overal… Vooral bij het interpreteren van historische teksten schept dat de nodige moeilijkheden. Epinette, fromenteau, doré blanc, blanc vraie: dan hebben we het over de pinot-familie met pinot blanc en pinot gris.

Vrij zeker is wel dat de chardonnay Champagne is binnengekomen langs haar zuidgrens. In 1115 verwierven Bourgondische Cisterciënzers een strook land van 40 kilometer vlakbij Troyes, de toenmalige hoofdstad. Zij plantten daar chardonnay, zoals ze overal deden waar ze een nieuw klooster stichtten.

De eerste klaar-en-duidelijke vermelding van de druif in Champagne verschijnt nochtans maar halverwege de negentiende eeuw in een glossarium door Abbé Tarbé. In 1886 wordt de druif in een beroemd werk ‘Traité de la Vigne et ses Produits’ nog verwarrend omschreven als pinot blanc chardonnay…

Ondertussen beslaat chardonnay ongeveer 10.000 hectare van de totale oppervlakte in Champagne (ongeveer 34.000 hectare). Dat is de grootste aanplant in Frankrijk en wereldwijd zeker de grootste wat betreft kwaliteitswijnen.

Chardonnay in de assemblage

Chardonnay is een ware kameleon die in haar aroma’s goed laat doorschemeren waar ze vandaan komt. ‘Sense of place’ noemen de Engelsen dat. Om chardonnay in Champagne echt te begrijpen, loont het de moeite om ‘vin clair’ (de basiswijn van champagne) van verschillende percelen te proeven: het is onvoorstelbaar hoe dezelfde druif in wijngaarden op nauwelijks enkele kilometers van elkaar zulke verschillende resultaten kan opleveren.

Chardonnay komt dan ook overal in Champagne voor. De bekendste regio is uiteraard de Côte des Blancs, waar twee factoren samenkomen die chardonnay op haar gemak stellen: goed waterdoorlatende kalksteenbodem, en een oostelijke expositie, want chardonnay houdt van de ochtendzon. Ook het oostelijke gedeelte van de Montagne de Reims kent een dergelijk voor chardonnay favorabel milieu.

Chardonnay is van zichzelf eerder bescheiden qua aroma’s, al zijn die wel complex en evolueren ze sterk met rijpen. Het is dus een ideale assemblagedruif, die in de pinot noir en pinot meunier ideale blendingpartners vindt, zeker voor de productie van kwalitatieve schuimwijnen. In de mix geeft ze levendigheid en aciditeit, waar de pinots dan eerder structuur en fruit zullen brengen.

Maar ook mengelingen ‘blanc de blancs’ met honderd procent chardonnay zijn interessant. Zo zijn er vele grote merken (NM) die blanc de blancs-champagne op de markt brengen van druiven uit het hele champagnegebied. Zij laten zo puur mogelijk zien waar de chardonnay voor staat.

Blanc de blancs-champagne hoeft overigens niet voor 100% uit chardonnay te bestaan en het is zelfs mogelijk om nul gram chardonnay toe te voegen aan dergelijke champagnes… Maar daarover in een ander artikel meer.

Chardonnay proeven

Jeugdige chardonnay heeft een kleur die zweeft tussen citroengeel en bleekgroen. De aroma’s zijn floraal (witte bloemen), fruitig met vooral citrus en zure appel, aangevuld met mineralige toetsen (oesterschelp, kalk, ziltige impressie met jodium). In moeilijke jaren ontwaar je ook vaak een geur van groene thee. In warme, rijpe jaren neigt het fruit eerder naar tropische vruchten als lychee en ananas. In de mond komt jonge chardonnaychampagne erg lenig en gespannen over.

Bij ouderen verandert dit helemaal. De kleur wordt goud, de geur evolueert naar honing, amandel, gebakken appel, marsepein, tot zelfs appelsienzeste, tabak en vanille. Ook het mondgevoel verandert: de erg zure indruk maakt plaats voor een romige volheid, die echter ondersteund blijft door de oorspronkelijke aciditeit.

Sommige geuren in chardonnaychampagne lijken afkomstig van de combinatie tussen gistrijping (‘sur lie’) en de druif. Die geuren gaan van banaan tot bijenwas en gegrilde nootjes.

Kortom, chardonnay is terecht één van de drie grote druiven van Champagne, wegens haar veelzijdigheid en complexiteit.

 

Champagne Premier Cru

Peter Doomen