Champagne: het aanplanten van een wijngaard

Geënte druivelaars klaar om geplant te worden

 

Historische aanplant

Al sinds de middeleeuwen werden wijngaarden ‘en foule’ aangeplant: de scheut van een plant werd onder de grond gestopt, waardoor hij wortels ontwikkelde en zo een tweede plant vormde.

Maar toen kwam een venijnig beestje roet in het eten gooien: de uit Amerika geïmporteerde druifluis tastte wereldwijd de wortels van Europese druivelaars aan. Planten stierven massaal, een bestrijdingsmethode vinden bleek moeilijk. Het langdurig onder water zetten van wijngaarden hielp wel maar het was ook nefast voor de druivenplanten. Chemische bestrijding was duur, arbeidsintensief en niet effectief genoeg.

De oplossing bleek erin te bestaan, de planten te enten op onderstokken van Amerikaanse druivelaars. Die leefden immers in symbiose met de druifluis. Ze leverden jammer genoeg geen goede druiven voor de wijnproductie wegens hun opdringerige, medicinale smaak maar konden dus wel dienen als onderstok.

Na de druifluis

Wereldwijd werd massaal overgeschakeld op deze manier van wijngaardbeheer. Het zou het uitzicht van wijngaarden overal drastisch veranderen en ook verregaande mechanisering mogelijk maken. Waar de wijngaarden ‘en foule’ moeilijk te bewerken waren met de tractor, konden de geënte stokken op een ideale afstand van elkaar geplaatst worden zodat snoei en behandeling gemechaniseerd kon worden.

Heel Frankrijk ging voor de bijl. Heel Frankrijk? Nee, enkele kleine wijngaardjes in Champagne bleven koppig weerwerk bieden. Zo heeft Bollinger zijn ‘Vieilles Vignes Françaises’, een verwijzing naar de ‘en foule’-methode die ook wel ‘à la française’ heet, en noemt Nicolas Maillart ze ‘Franc Pieds’, wat je ook op het etiket vindt.

De regel van het derde blad

Al te jonge druivenplanten brengen niet de goede druiven op voor de productie van kwaliteitswijn. Daarom bestaat de regel van het derde blad: de druiven mogen niet gebruikt worden voor de champagneproductie alvorens de plant zijn ‘derde blad’ (derde levensjaar) heeft bereikt. Het betekent uiteraard een ernstige financiële aderlating bij de aanplant van een nieuwe wijngaard: drie jaar wachten vooraleer je ook maar één druppel opbrengst hebt.

Tegenwoordig worden vele planten in laboratoriumomstandigheden geënt. Ze worden dan in een verwarmde en verluchte kamer bewaard, zodat de wonde van de ent goed kan genezen. Een bijkomend voordeel is dat er al één jaar verstrijkt vooraleer de plant in de grond wordt gebracht: een jaar gewonnen dus.

Voor de keuze van de onderstok gebruikt de Champenois over het algemeen 41B (‘Millardet et Grasset’), die een goede weerstand tegen de druifluis heeft en ook om kan met de kalkrijke bodems van de Champagne, of SO4 (‘Selection Opppenheim’), die een zeer goede weerstand tegen de druifluis heeft en ook wel de kalkbodem aan kan.

Moderne technieken

Met meer dan dertigduizend hectare wijngaard en een verwachte levensduur van een wijnstok van 30 jaar, zijn er jaarlijks ongeveer tien miljoen nieuwe wijnstokken nodig om het areaal op peil te houden. Het spreekt voor zich dat de wetenschap hier zoekt naar efficiënte methodes. Eén zo een techniek cultiveert de onderstok in reageerbuizen. Van het resultaat van één buisje kunnen na amper twee maanden vele identieke en virusvrije klonen gemaakt worden, die op hun beurt na twee maanden weer gesplitst kunnen worden.

Anderzijds beseft de Champenois ook het gevaar van identieke klonen: het zorgt voor gebrek aan genetische variatie en maakt de wijngaard vatbaarder voor ziektes. Daarom werden ook technieken ontwikkeld die juist genetische variatie beogen, door te vertrekken van verschillend celweefsels. Hiervan bestaat een klassieke variant (séléction massale) en een in vitrovariant.

Een wijngaard aanleggen lijkt simpel, maar om te beginnen is er de enorme keuze aan klonen van de verschillende toegelaten druivenrassen, vervolgens ook nog eens de verschillende onderstokken, en ten slotte de diversiteit aan technieken die allemaal hun voor- en nadelen hebben. Daarbij lijkt voor een grote wijngaard zoals die van Champagne de wetenschappelijke methode de meest efficiënte.

Peter Doomen