De uitbreiding van de champagneregio

Historisch perspectief

Toen de regels voor de herkomstbenaming ‘Champagne’ werden vastgelegd, we schrijven 1927, besloeg het werkelijke areaal minder dan een derde van het theoretische: 10.000 hectare versus meer dan 33.000 die het in principe zou mogen beslaan.

De omstandigheden waren er dan ook niet naar om de productie op te drijven: de druifluis was nog maar net verslagen en de Eerste Wereldoorlog had er diep in gehakt. De onzekere toestand van Rusland en de drooglegging in de USA deden er ook geen goed aan.

Die situatie zou voortduren tot aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. In de eerste oorlogsjaren zou het areaal zelfs sterk teruglopen met meer dan een derde. Pas in 1942 herstelde het areaal zich, maar het was wachten tot de gouden jaren van de 1950’s en vooral de 1960’s vooraleer een merkbare expansie zich doorzette. Waar in 1945 nog iets meer dan 10.000 hectare landbouwgrond met wijnstokken bebouwd was, was dat areaal in 1970 gegroeid tot bijna 18.000 hectare.

Ook daarna zou de wijngaardoppervlakte in Champagne gestaag blijven groeien, tot de bijna 35.000 hectare die het vandaag telt.

Gekoppeld aan een stijgend rendement (liters wijn per hectare) groeide de productie enorm: in 1970 was de regio goed voor 100 miljoen flessen jaarlijks, terwijl dat anno 2020 zo’n 300 miljoen flessen bedraagt. De regels van Champagne zijn er echter altijd op gericht geweest om het aanbod af te stemmen op een (geprojecteerde) vraag en dus zijn de prijzen altijd stabiel geweest, met de laatste jaren zelfs een stijging wegens groeiende vraag post-corona.

Vraag tot uitbreiding

Het is dan ook logisch dat de vraag tot uitbreiding, die al bestond in de jaren 1980, luider en luider klinkt. Maar is zo een uitbreiding verantwoord?

In elk geval zijn de belangen gigantisch: een hectare normale landbouwgrond kost enkele duizenden euro, een hectare champagnegrond gemakkelijk een miljoen. Een toename van 5.000 hectare, een getal dat genoemd wordt maar verre van zeker is, gaat dus om vele miljarden waardetoename met een, in theorie althans, simpele pennenstreek.

In het verleden werd op de uitbreiding gespeculeerd en kochten zowel wijnbouwers als champagnehuizen gronden aan waarvan ze dachten dat ze wel eens tot de uitbreiding zouden kunnen behoren, maar bemoeienissen van het overheidsorgaan Safer hebben die praktijken aanzienlijk gereduceerd.

De Champenois gaan echter nooit over één nacht ijs. De studie naar welke percelen geschikte grond zouden kunnen vormen begon al in 2003 en is pas recent afgerond. Er werden niet enkel bodem- en wijnstokdeskundigen bij betrokken, maar zelfs historici om zeker te zijn dat de ‘nieuwe’ gronden voorheen ook al met wijnstokken bebouwd waren geweest.

Misleidende term

Bovendien is het woord ‘uitbreiding’ een misleidende term: het gaat eerder om een ‘inbreiding’, waarbij percelen worden geselecteerd midden reeds bestaande aoc-gronden.

Van de ‘nieuwe’ dorpen liggen er 22 in de regio Marne: Baslieux-les-Fismes, Blacy, Boissy-le-Repos, Bouvancourt, Breuil-sur-Vesle, Bussy-le-Repos, Champfleury, Courlandon, Courcy, Courdemanges, Fismes, Huiron, La Ville-sous-Orbais, Le Thoult-Trosnay, Loivre, Montmirail, Mont-sur-Courville, Peas, Romain, Saint-Loup, Soulanges, en Ventelay. 15 zijn gesitueerd in de Aube: Arrelles, Balnot-la-Grange, Bossancourt, Bouilly, Étourvy, Fontvannes, Javernant, Laines-aux-Bois, Macey, Messon, Prugny, Saint-Germain-l’Épine, Souligny, Torvilliers en Villery. Dan zijn er nog 2 in de Haute-Marne: Champcourt en Harricourt. En tenslotte ligt er eentje in de Aisne: Marchais-en-Brie.

Ook zouden twee dorpen, Germaine en Orbe-l’Abbaye, hun status verliezen. De burgemeesters en de perceeleigenaars van die gemeenten staan begrijpelijk in de vuurlinie tégen het voorstel, en zijn bereid er een juridische slag van te maken. Al lijkt deze ‘inkrimping’ met enkele tientallen hectaren vooral een zoenoffer van een grote producent om de ‘uitbreiding’ politiek gemakkelijker verkocht te krijgen.

Op zich is een ‘inbreiding’ zoals deze geen slechte zaak en kan het zelfs leiden tot een kwaliteitsstijging. Maar de Champenois hebben het zich niet gemakkelijk gemaakt door de wachten tot het huidige systeem op zijn limieten botst met een vraag die groter is dan het aanbod. Daardoor lijkt een expansie van het druivenareaal vooral ingegeven door hebzucht en is de gedachte nooit ver weg dat de kwaliteit er wel onder moét lijden. De nabije toekomst zal uitwijzen of de uitbreiding inderdaad bekrachtigd wordt, maar ik voorspel in elk geval van wel.

 

Champagne Premier Cru – Doorbraak wijn

Peter Doomen