Prosecco: de truuk met de druif

(c) Bresolin

Geen enkel land ter wereld kent zoveel verschillende schuimwijnen als Italië. Wie de regels erop na slaat, geraakt al snel niet meer wijs uit het kluwen van oorsprongnsbenamingen specifiek voor mousserende wijnen, maar nog meer door de talloze oorsprongsbenamingen die eenvoudigweg ‘spumante’ toelaten.

Wirwar

In deze wirwar vallen drie namen op: er is Franciacorta, het duo Asti en Moscato d’Asti, en Prosecco. Alle drie hebben ze een zekere ‘smoel’ in de markt en een schare trouwe aanhangers. We doen even de bekendste, Prosecco, uit de doeken.

Een goede honderd jaar geleden zetten de nazaten van Antonio Carpenè, algemeen beschouwd als de ‘uitvinder’ van de Prosecco, het werk van hun voorvader verder. Daarna was het de wijnmakersschool in Conegliano die met de figuur van professor Tullio de Rosa de mousserende wijn vervolmaakten.
De bubbels komen in de fles door middel van de Charmatmethode, lokaal de methode ‘Martinotti’ genoemd. Anders dan bij champagne ontstaan de bubbels in een gisttank, waarna de wijn in de fles wordt overgeheveld. Het proces is merkelijk goedkoper dan die van de tweede gisting op fles, maar doorgaans verleent het de wijn ook niet de fijne gisttoets die je bij de traditionele methode wel kunt verkrijgen.

Eind jaren 1990 kende de Prosecco, als lichte, fruitige en frisse wijn een hoge vlucht. Pas toen begonnen de producenten zich zorgen te maken rond de bescherming van hun product.
Bij het indienen van het productdossier bij de Europese Unie realiseerden de wijnbouwers zich, dat ze geen bescherming zouden kunnen genieten op basis van de naam Prosecco. Die verwees immers naar de naam van de druif, en niet naar een afgebakende regio.

Jammer, want de naam bekt wel lekker en had nu eenmaal ingang gevonden. Er kwam echter een oplossing uit de bus: net boven Triëste, een beetje zuidelijker richting Sloveense grens, lag een dorpje met de naam Prosecco. De geografische afbakening werd gewijzigd om ook dit dorpje in te sluiten.
Vervolgens kwam de truuk met de druif: de oude naam voor prosecco, glera, werd officieel gemaakt en het dossier kon worden goedgekeurd. Dat is het geval sinds 2009.

Kwaliteitspiramide

De generieke aoc ‘Prosecco doc’ omspant een groot gebied in Friuli en Veneto. Daarbinnen is er een strenger afgebakend gebied waar Prosecco di Treviso doc gemaakt wordt en nog een ander gebied, Conegliano Valdobbiadene Prosecco Superiore docg. In andere wijnregio’s zou dit laatste gebied eenvoudigweg ‘classico’ toevoegen aan de naam van de generieke oorsprongsbenaming, maar dat is hier niet wenselijk om verwarring te vermijden met de ‘metodo classico’.
Nog een tweede gebiedje kan beroep doen op de docg-status: Asolo. Helemaal aan de top van de piramide staat wat je de grand cru zou kunnen noemen: Superiore di Cartizze. Vreemd genoeg komt hierin de naam Prosecco niet voor…

Stijlverschillen

Prosecco kan op twee manieren bruisen: licht, dan noemen we hem frizzante en dan is de druk maximaal 3 atmosfeer. Bevat hij meer koolzuurgas en stijgt de druk boven drie atmosfeer dan noemen we hem spumante. Bij de frizzante-wijnen hoeft de wijnbouwer de wijn overigens niet volgens het Charmat-proces mousserend te maken: eenvoudige koolzuurinjectie volstaat.
Qua zoetheid bestaat Prosecco in lichtzoete (‘dry’), halfdroge (‘extra dry’) en droge (‘brut’) vorm. De laatste is goed voor het merendeel van de export, terwijl de iets zoetere versies vooral lokaal worden gedronken.
Er bestaan zelfs prosecco’s die geen toegevoegd koolzuur bevatten (spento en tranquillo) maar die vind je behalve lokaal nauwelijks.

Wijnliefhebbers zullen nauwelijks geven om de generieke aoc – voor hen start de zoektocht in Conegliano Valdobbiadene. Daar zijn 46 onderscheiden cru’s (‘rive’) en kan de druif, in de handen van een goede producent, ontsnappen aan de banaliteit. Het toppunt van kwaliteit vind je in de steile heuvelrug van Cartizze, die met 106 hectare een verrassend groot aaneengesloten gebied is, beplant met oude glerastokken. De wijnen zijn vederlicht, elegant en een tikje zoet. Hoewel ook hier de vraag naar brut toeneemt.
Over het algemeen zijn Proseccowijnen klaar op het moment dat ze op de markt verschijnen en winnen ze niets bij kelderrijping. Met de lente in het vooruitzicht een mooie tip: genieten op een zonnig terras met een mooie Prosecco.

Bresolin – Rissieri Asolo Prosecco Superiore Biologico Brut DOCG

Peter Doomen