Bresolin – Doorbraak wijn

Het bedrijf Bresolin ligt in Crespignaga di Maser een klein dorpje in de streek van Veneto. Het ligt op zo’n 70 km van Venetië en op iets meer dan 100 km van Verona. Nog dichterbij liggen de bekende Noord-Italiaanse kunststeden Treviso, Padua en Vicenza.

Crispignaga di Maser zelf ligt vlak bij het middeleeuwse dorp Asolo, dat gekend is voor zijn kleine smalle straatje en de trotse burcht die op grote hoogte over Asolo’s heuvels heerst. De streek wordt veelvuldig bezocht door wielertoeristen, maar is nog meer gekend voor zijn unieke Prosecco.

In Veneto zijn er verschillende gebieden waar men Prosecco produceert, maar die van Bresolin is wel heel specifiek. Op een beperkt gebied van 200 ha worden de Prosecco’s van Bresolin en andere producenten verbouwd. Veel te klein voor de grote supermarkten en dus gebeurt de verkoop bijna uitsluitend door gespecialiseerde afnemers die graag iets exclusief willen aanbieden.

Ondergrond

De Prosecco wijnen uit de heuvels van Asolo hebben ook een andere smaak dan de DOCG Prosecco wijnen uit de heuvels tussen Valdobbiadene – Conegliano en de DOC Prosecco wijnen, die we overal in de Belgische supermarkten kunnen terugvinden, Dit smaakverschil komt door een andere samenstelling van de ondergrond.

Bresolin bestaat ondertussen al drie generaties en wordt steeds van vader op zoon doorgegeven. Momenteel wordt het uitgebaat door de drie broers Davide, Matteo en Enrico Bresolin. Drie jonge mannen vol ambitie om goede wijnen en olijfolie van biologische origine te maken.

Bresolin maakt drie versies van Prosecco wijnen, namelijk de ‘extra dry, brut en extra brut’ op basis van de Glera druif. Alle drie hebben ze een andere smaak door het verschillend suikergehalte dat aanwezig is in de wijn.

Recantina en Napoleon

Naast Prosecco verbouwt men bij Bresolin ook nog Merlot, Cabernet en Recantina. Deze uitzonderlijke druif wordt enkel nog verbouwd in de Asolo regio en dit op een oppervlakte van 12 ha. De druif wordt hier al sinds 1600 verbouwd om wijn mee te maken en kent een bewogen geschiedenis. Tijdens de Franse bezetting van Italië door Napoleon is deze druivensoort zo goed als volledig vernietigd. Napoleon wou de druif in Italië uitroeien om de eigen Franse wijnboeren een concurrentieel voordeel te geven.

Dankzij een aantal dappere Italiaanse boeren kon de druif echter van totale vernietiging gered worden en blijft er vandaag nog een klein plekje over in Asolo. Voer voor heldenverhalen in de lokale cafés.