Bubbels blind herkennen

 

Voor een proefclub van zeven sommeliers stelde ik een themaproeverij samen “Champagne Blanc de Blancs van Noord naar Zuid”. Het idee was om de specifieke regio’s van Champagne beter te leren kennen, en dan vooral de Montagne de Reims, de Côte des Blancs met zijn zuidelijke uitlopers, en het zuiden met Montgueux en de Côte des Bar. Van elke regio koos ik twee duidelijk verschillende exemplaren.
Zou de Côte des Blancs het halen, als gedoodverfde chardonnayregio in de Champagne?

Om het spannend te maken, stopte ik er een champagne van een bekend merk in dat gespecialiseerd is in chardonnay, en ook twee Waalse en een Vlaamse mousserende wijn. De hamvraag: zouden we de Grande Marque-champagne en de eigen mousserende wijnen blind herkennen?

Op papier ziet dat er niet zo moeilijk uit. Zo zijn champagnes van de grote merken altijd zeer gepolijst, met een huisstijl die jaar na jaar erg constant blijft. Doorgaans ligt ook de dosage iets hoger dan bij die van de topwijnbouwers van de categorie Récoltant-Manipulant, waar de trend duidelijk is om extra brut te produceren. Als je dit weet, zoek je dus naar een champagne met een klassieke brutdosage van 10 gram suiker per liter.

De bubbels uit eigen land zouden ook verschillend moeten zijn: minder gestructureerd wegens nog noordelijker klimaat, en vooralsnog geen of weinig gebruik van reservewijnen. Wie dit beseft, zocht naar de lichtste en fruitigste wijnen.

Een laatste vraag die me interesseerde, was de kwaliteit. Hiertoe liet ik alle zeven sommeliers individueel de tien wijnen in volgorde van kwaliteit plaatsen. De beste wijn kreeg dan 10 punten, de tweede negen enzoverder. Vervolgens telde ik de punten per wijn op en deelde elke score door de maximumscore (63). Zo bekom je een percentage.

Werd de Grande Marque-champagne gevonden?

Het korte antwoord: neen. Ik had nochtans een referentiewijn gekozen: de Blancs de Blancs van Ruinart. Geen enkele proever haalde die eruit. Het is nochtans een prototype: een erg gepolijste wijn met reservewijnen uit de beide voorgaande jaren, en een dosage die in de mond merkbaar is.

Werden de Vlaamse en Waalse schuimwijnen herkend?

Hier is het antwoord positiever: iedereen herkende de Ruffus als niet-champagne en vijf proevers haalden de Chant d’Eole eruit. Tot onze verrassing vonden maar twee proevers de Genoelselderen. Hier past overigens wel een belangrijke opmerking: de Vlaamse en Waalse bubbels waren beduidend goedkoper (20 – 30 euro) dan de champagnes, die toch tussen 36 en 90 euro kostten.

Was het onderscheid tussen de champagnestreken duidelijk?

Ook hier blijkt dat blind proeven uiterst moeilijk is. De wijnen uit de Aube werden vijf keer herkend (op een totaal van 14), die van de Côte des Blancs ook vijf, en die van de Montagne de Reims slechts 3 keer.

Wat te zeggen van de kwaliteit?

Onze eigen bubbels, de Zwarte Parel van Genoelselderen uit het Limburgse Riemst, werden navenant goed gesmaakt: de score van 62% liet een aantal véél duurdere champagnes achter zich. Ruffus (35%) en Chant d’Eole scoorden misschien minder, maar de proevers gaven aan dat ze wel blij werden van de wijnen en schatten hen veel hoger in dan een typische receptiebubbel.

Een tegenvaller (37%) voor velen was de Ruinart. Nochtans een gevestigde waarde, hoog ingeschat door vele professionele proevers. Vermoedelijk is deze champagne wat te doorsnee voor geoefende proevers. Erg gepolijst kan ook té gepolijst zijn zodat alle hoekjes en kantjes eraf gevijld zijn, die de andere wijnen net hun charme en eigenheid geven.

Kwaliteit van noord naar zuid

De uiteindelijke vraag was natuurlijk of de wijnen uit het noorden, midden en zuiden van Champagne herkenbaar zouden zijn en of er een kwaliteitsverschil zou op te merken vallen. Ik had het de proevers alvast niet gemakkelijk gemaakt door uit de drie brede regio’s relatief dure maar ook zeer kwaliteitsvolle champagnes te selecteren. Een keuze die ik had afgestemd met enkele vrienden-ambassadeurs en aangelanden.

De Montagne de Reims

Uit de heuvels rond de stad Reims wilde ik per se een ‘noordelijk’ type en een ‘zuidelijk’ type presenteren. Voor het noorden selecteerde ik Mouzon-Leroux ‘Opiniâtre’, een Verzy Grand Cru uit 2015 (€73). Het stalige karakter van de champagnes uit Verzy verdwijnt gedeeltelijk onder invloed van het warme en rijpe jaar 2015, maar toch vonden alle proevers de gelaagde finesse van Verzy terug. Met een score van 100% was hij één van de twee die het hoogste schavotje mochten innemen.

Voor het zuidelijke type ging mijn voorkeur uit naar ‘Les Mottellettes’, een parcellaire champagne van Pierre Paillard, een Grand Cru Bouzy 2017 (€73,50). Voor de liefhebbers van dit type gekke wetenswaardigheden: het is het enige perceel in Champagne met tweemaal dubbel T in de naam. In elk geval een vlezig type champagne met veel finesse en ook een gelaagde structuur die zich maar langzaam prijsgeeft in het glas. De score van 59% vond ik persoonlijk aan de lage kant.

De Côte des Blancs en zijn zuidelijke uitlopers

Ook hier wilde ik twee totaal verschillende champagnes. De eerste vond ik in een Pascal Agrapart Minéral (€89,50) uit het onvolprezen jaar 2015. Wat opviel is de ragfijne structuur, de erg lange afdronk en vooral de uiterst gespannen zuurtjes in deze wijn. Het prototype van een champagne uit het hartland van de chardonnay: de Côte des Blancs. De druiven zijn afkomstig uit Avize en Cramant, de twee originele grand cru’s uit de Côte des Blancs. De score van 81% is vooral te wijten aan het feit dat niet iedereen dadelijk mee was met de fijne rijkheid van deze champagne, want voor mij verdiende hij een gedeelte plaats op de hoogste plank.

Verlaten we het kerngebied van de Côte des Blancs en dalen we zuidwaarts, dan komen we in de Côte de Sézanne. Hier koos ik voor een monocru uit het dorp Villenaud van het wijndomein Pertois-Moriset. Stylistisch zit deze wijn tussen de Côte des Blancs en de regio van Montgueux in. Zijn score van 70% vond ik fair.

Het zuiden: Montgueux en de Aube

De prachtige stad Troyes is niet enkel de vroegere hoofdstad van de Champagne en een absolute aanrader om te bezoeken, het is ook de ideale uitvalsbasis om het zuiden van Champagne te ontdekken.

Uit Montgeueux haalde ik een champagne van Vincent Couche, de Chardonnay de Montgueux (€36). Tot mijn blijde verrassing scoorde hij de allerhoogste punten (100%). Qua stijl leunt hij erg aan bij de Côte des Blancs met veel krijtige finesse en een toetsje rokerige houtrijping. De wijnbouwer ken ik al lang en ik volg het domein ook, maar de laatste jaren verdient hij wat mij betreft meer en meer zijn plaats aan het firmament. Van alle champagnes die ik selecteerde, is hij bovendien de meest betaalbare al is 36 euro natuurlijk niet ‘goedkoop’. Maar de kwaliteit in het glas is onmiskenbaar. Overigens zijn zonder meer alle andere cuvées van dit huis de moeite.

Tot slot koos ik een champagne die de mythe ontkracht ‘blanc de blancs = chardonnay’. In Champagne zijn behalve de drie grote druiven nog vier andere druiven toegelaten, en sinds kort zelfs nog een nieuwe, al worden de vijf kleintjes maar sporadisch aangeplant. Ik vertel later nog wel eens iets over monocepagewijnen van petit meslier, arbane of pinot blanc. Maar voor deze proeverij had ik de Quattuor van Drappier: een champagne ‘blanc de blancs’ waarin gelijke hoeveelheden pinot blanc, arban(n)e, petit meslier en chardonnay verwerkt zitten. Goedkoop is deze cuvée niet (€72,95) en hij scoorde volgens mij ook onder zijn niveau (40%) maar ik heb toch wel genoten van het pure drinkplezier, gekoppeld aan een stijlvolle charme die deze champagne kenmerkt.

Kort

Een proeverij in drie zinnen samenvatten is een opgave, en dat is het al helemaal als je het niveau van deze wijnen bekijkt en hun diversiteit beschouwt. Verbazingwekkend is dat we er niet in slaagden de Ruinart te herkennen tussen de eliteproducenten uit Champagne. Minder verbazingwekkend herkenden we de wijnen uit Vlaanderen (Genoelselderen) en Wallonië (Ruffus, Chant d’Eole) wel, en bleek de regionale diversiteit in Champagne vooral gekenmerkt door de stijl van de producent. Zoals ik altijd zeg: in Champagne hebben ze héél veel knopjes om aan te draaien, om de smaak van het resultaat te bepalen. Zonder meer een interessante proeverij die hopelijk tot navolging strekt.

 

Champagne Premier Cru – Doorbraak wijn

Peter Doomen