De Languedoc: ook vakantie voor wijnliefhebbers
CarcassonneVakantiegangers die de stranden van de Middellandse Zee wel eens achter zich laten om het schroeierige binnenland op te zoeken, weten dat de Languedoc geschiedenis ademt. De streek ontleent haar naam trouwens aan het Occitaanse woord voor ‘ja’ (oc). Het noorden van Frankrijk won die taalstrijd echter, want ‘oil’ werd oui en de Languedoil is de officiële taal in het hele land. Al is het vette Zuiderse accent nog altijd een herinnering aan de dichterlijke Occitaanse taal. Maar laten we het over wijn hebben.
Grootste wijngebied ter wereld
Als een amfitheater liggen de wijngaarden van de Provence, Languedoc en de Roussillon over een gebied van de Spaanse grens tot het puntje van Zuidoostelijk Frankrijk. De Provence rekenen we als een aparte wijnstreek, hoewel er zeker overlap is in gebruikte druiven en productietechnieken. De Languedoc en de Rousillon zijn wat dat betreft een tweeling, weliswaar met markante verschillen. Administratief is het één regio, en ook wat betreft de druiven en de vinificatie hebben ze erg veel gemeen. Samen vormen ze trouwens het grootste aaneengesloten wijngebied van de wereld met 2.800 km² wijngaarden. We focussen ons hier op de Languedoc zelf, dus zonder de Roussillon-tweelingzus. Bovendien beperk ik me tot de droge rode wijnen, wat het merendeel van de productie uitmaakt.
De carignandruif zwaait hier de plak als het op volume aankomt. Hoewel er prachtige carignanwijnen gemaakt worden, moet carignan toch meer en meer gebied prijsgeven aan de kwalitatief hoogstaander gerekende grenache en syrah, in iets mindere mate mourvèdre. Daarnaast komen er nog een rist internationale druiven (cabernet sauvignon, merlot) en lokale druiven (lladoner pelut) voor.
De traditionele manier om de druiven te snoeien is in de bekervorm (gobelet). Het geeft de druiven een zeker bescherming tegen de ongenadige hitte en de tramontanewind. Meer en meer maakt die traditie plaats voor het klassieke geleiden van de druiven langs palen en draden. Door de droogte van zon en wind is overigens beperkte irrigatie toegestaan en dat is zeldzaam in de Europese Unie.
In de wijnkelder worden nogal wat rode wijnen volgens het principe van de koolzuurgisting gemaakt om zo hun fruit te benadrukken. Bij de beste producenten heeft het gebruik van houten vaten de laatste twintig jaar ingang gevonden. Maar dan enkel voor de cuvées die voldoende kunnen opbrengen want nieuw eikenhout is erg duur: een kwalitatief vat van 225 liter kost al gauw 700 euro…
Onovertroffen prijs/kwaliteit
Niet alleen voor vakantiegangers is de Languedoc een fantastische plek. Ook wie op zoek is naar wijnen met een onovertroffen prijs/kwaliteitverhouding is een bezoek aan deze hete streek niet te versmaden. Hoewel er heel wat bulkwijn gemaakt wordt die zijn verpakking amper waard is, vaak onder het label Vin de Pays, vind je heel wat koren tussen het kaf. De igp ‘Vin de Pays d’Oc’ combineert wijnen van druiven die niet in de aoc toegelaten zijn, zoals merlot en cabernet sauvignon, met wijnen die door de producent zelf uit de aoc gehouden worden. Dikwijls zitten daar pareltjes tussen. Zo proefde ik vandaag nog een prachtige pays d’oc syrah die in ons land te koop is aan minder dan 8 euro.
Een stapje hoger op de kwaliteitsladder is de generieke aoc Coteaux du Languedoc (waaraan trouwens ook wijnen van de Roussillon deelnemen). Meer dan 10.000 hectaren wijngaarden produceren dit type wijn. De beste exemplaren komen van koelere regio’s met veel kalksteen en kiezel in de grond. Het zijn fruitgedreven, krachtige en vaak langlevende wijnen. Sommige komen van specifieke terroirs en dat levert hen op zijn minst in het hoofd van de proever een zekere uniciteit: Cabrières, la Méjanelle, Quatourze en Saint-Georges-d’Orques springen me voor de geest.
Mijn favoriete producenten: Mas Jullien, Peyre Rose, Prieuré de Saint-Jean-de-Bébian, Pierre Clavel, Aupilhac, Gayda.
Helemaal bovenaan de kwaliteitsladders staan de officieuze cru’s van de Languedoc. Sommigen, zoals Faugères, Saint-Chinian, Pic Saint Loup en Terrasses du Larzac hebben een eigen aoc binnen de bredere aoc Coteaux du Languedoc. Andere wachten nog op dat ereteken, al zal het wellicht snel volgen voor Montpeyroux of La Clape.
Ze danken die speciale status aan verschillende omstandigheden. Zo schurkt La Clape dicht tegen de Middellandse Zee aan, wat een milderende invloed heeft op het klimaat waarin de druiven groeien. Pic Saint-Loup kent strengere aoc-regels (met onder andere minimum 90% syrah, grenache en mourvèdre in de blend) maar ligt het ook iets hoger, dus koeler. Montpeyroux op zijn beurt heeft een ondergrond van schistes, wat de wijnen een zekere finesse zou verlenen. De Minervois, tenslotte, is een hete hoogvlakte waar vooral syrah zich in zijn nopjes voelt maar ook mourvèdre uitstekend gedijt. De subappellatie Minervois-la Livinière herbergt domeinen met wijngaarden in koelere delen van de streek en het is nog geen uitgemaakte zaak of ze haar moederappellatie overvleugelt.
Mijn favoriete producenten: Borie de Maurel, Tour Boisée, d’Oupia, l’Hortus, Mansenoble, Grand Arc, Faiteau
Speciaal zijn de witte en roséwijnen van diverse lokale druiven, de zoete wijnen van muscat en de mousserende wijnen waarin vooral de Limoux uitblinkt. Maar daarover schrijf ik nog wel eens een apart artikel.
Meer info
https://www.languedoc-wines.com/en/languedoc-decouverte/les-aop-du-languedoc