Rode zomerwijnen die je niet verwacht
In deze zomereditie van Doorbraak Wijn schotel ik je graag zeven blauwe druiven waarvan je mogelijk nog nooit gehoord hebt. Toch zijn ze alle het ontdekken waard. Bovendien passen ze goed bij het warmere weer dat we in augustus gewoonlijk krijgen, zelfs in onze streken. Alle zeven leggen de nadruk op fruitige smaken, maar ze hebben ook meer te bieden dan een simpel terrasdrankje.
Mondeuse: rood met pit
We starten met de mondeuse, een aromatische druif uit de Savoie (Frankrijk) die wijnen met veel structuur oplevert. Voor een rode zomerwijn met pit zit je goed bij mondeuse. De druif groeit overigens ook in Zwitserland, Australië en Californië. In die laatste staat wordt ze trouwens wel een verward met de refosco, waarover verderop meer.
Leuk weetje: mondeuse bestaat in wit en rood, waarvan één de ouder is van de andere. We weten niet precies wie ouder en wie kind is. Maar er is een genetische verwantschap met syrah, de beroemde druif uit de noordelijke Rhône die ook in Australië onder de naam shiraz hoge ogen gooit.
Saint-laurent: fluweel op de tong
Springen we nu even naar Oostenrijk, waar de saint-laurent een hoogvlieger is. Saint-laurent (sankt laurent) geeft fluwelige wijnen die wel wat aan pinot noir doen denken, al is er tussen de druiven geen familiaal verband. Ze ontleent haar naam aan de heilige die aan het begin staat van haar rijpingsperiode. De man viert zijn feestdag namelijk op 10 augustus. De wijnen zijn aromatisch met veel kleur en fijne tannine.
Behalve in thuisland Oostenrijk gedijt deze druif goed in Duitsland, maar de grootste aanplant vinden we in Tsjechië en Slowakije.
Lagrein: boertig met complexe stamboom
Het noorden van Italië is Duitstalig, dus het mag je niet verrassen dat één van de lokale druiven lagrein heet. Ze heeft een eerbiedwaardige geschiedenis die teruggaat tot de middeleeuwen. Ze is waarschijnlijk een kleinkind van de pinot noir en in de stamboom komen ook teroldego, refosco, dureza en syrah voor. De wijnen zijn uitermate fruitig en expressief, sommigen durven zeggen wat boertig zoals ook de bekendere mourvèdre dat kan hebben. Lagrein wordt al eens gemengd met schiava en dan is het resultaat verfijnder.
Refosco: kies die met de rode voet
Minstens zes verschillende druivenvariëteiten dragen de naam refosco. We vinden ze allemaal terug in Friuli (Noord-Italië) en Slovenië. De bekendste is die ‘al pedunculo rosso’, die met de rode stam. Ze is een nichtje van lagrein en een ouder van corvina, nog zo een lokale bekende Italiaanse druif. De wijnen hebben een hoge zuurgraad, maar de aroma’s neigen toch naar zwart fruit zoals pruim. De meest complexe exemplaren hebben ook een intrigerend amandelaroma.
Mencia: de Iberische druif
Richten we ons kompas op het Iberisch schiereiland, dan komen we bij de menciadruif. Nog een aromatische variëteit die zowel in Spanje als in Portugal voorkomt. Op schistrijke bodems zoals in Bierzo kan de druif erg geconcentreerde wijnen opleveren, maar doorgaans zijn ze lichter qua structuur, fruitig maar met goede tannine. Ideaal om een zomerse en verfijnde barbecue te vergezellen. Overdrijf dan niet met marinades, maar laat de ingrediënten voor zich spreken en een heerlijke maaltijd dient zich aan.
Oküzgözü: grote zwarte bessen uit Anatolië
Toen ik enkele jaren geleden in Turkije enkele wijnen van deze druif proefde, was ik helemaal onder de indruk. Niet van de kracht van de wijnen, maar wel van het eigenzinnige karakter, het fruitige en innemende van de druif, zonder zwaar of stevig te worden. Tegelijk deed de druif me ook helemaal niet denken aan pinot noir, gamay, acolon, of andere ‘lichtere’ druiven. Sappig, fris, matige tannine en alcohol: als Turkije wil scoren met een eigen druif, dan moet het deze ‘stierenoogdruif’ zijn.
Acolon: de syrah van het noorden
Eindigen we in eigen contreien? De druif acolon werd een halve eeuw geleden in Duitsland ontwikkeld, als kind van dornfelder en blaufränkisch. Zelden erft een druivenkind de beste eigenschappen van de beide ouders, maar acolon is een uitzondering. De beste exemplaren tonen het frisse, scherpe fruit van blaufränkisch, gecombineerd met de aangename fluweligheid van dornfelder.
De lage landen blijken een goed klimaat voor acolon te bieden. In Wallonië is er de eersteklas acolon van Bon Baron, maar ook in Vlaanderen vindt de druif meer en meer bijval met minstens drie relatief grote aanplantingen de laatste jaren. Patrick Nijs, bekend wijndocent en wijnmaker van de Wijnfaktorij noemt acolon niet voor niets de ‘syrah van het noorden’. Aromatisch en stylistisch klopt het plaatje in elk geval.
Veel zomers plezier gewenst bij het ontdekken van deze zeven niet alledaagse druiven!