Sicilië – een boeiend reisverslag (3)

Vuurspuwende berg

Wie Sicilië bezoekt kan niet om de Etna vulkaan heen. Het eiland is als laatste uitloper van de Apennijnen een geologische opwelling met de Etna als kroon op het werk. Met zijn 3.340 meter hoogte kijkt de constant rokende vulkaan uit over het hele eiland. Het is niet alleen de hoogste maar ook één van de meest actieve vulkanen van Europa. Ter plaatse wordt hij Mongibello genoemd: een samensmelting van het Italiaanse monte en het Arabische dzjebel, wat in beide talen “berg” betekent. We tekenden met ons reisgezelschap in op een excursie op de noordelijke flank van de Etna en het moet gezegd: zo’n wandeling op grote hoogte op gestolde lava heeft iets onwezenlijks. We voelden ons klein en nietig, volledig opgaand in het kale maanlandschap waar vanaf tweeduizend meter zowat alle vegetatie het laat afweten. Het was de enige plek op het eiland waar we het even fris kregen. Een groot contrast met het zweterig gevoel dat we elders overal konden ervaren want de luchtvochtigheid op het eiland is bijzonder hoog. De verklaring hiervoor moeten we vinden in de warme siroccowind die vanuit de Sahara het vocht van de zee meeneemt in zijn tocht naar het noorden. De Etna vulkaan werpt als het ware een klimaatmuur op met een groot verschil tussen noord en zuid. De zuidelijke helft van het eiland is vaak broeierig heet, uiterst droog met tegelijkertijd een zeer vochtige lucht. Ten noorden van de Etna is het veel koeler. Een verademing voor mens en natuur! Hier vinden we landbouwgewassen op de vruchtbare bodems en een fauna en flora om u tegen te zeggen.

Inheemse druiven

We leerden in de vorige weken al heel wat autochtone druiven kennen. Ook op de flanken van de Etna vulkaan is dat niet anders. Los van de prachtige ligging van de wijngaarden op de glooiende vulkaanhellingen, zijn ook de druivenrassen bijzonder.

De bekendste rode druif is zonder enige twijfel de nerello mascalese die staat aangeplant tussen 350 en 1000 meter boven de zeespiegel en voor minstens tachtig procent moet aanwezig zijn in de DOC Etna rosso. De druif vindt haar oorsprong in het dorpje Mascali op de oostflank van de vulkaan. Typisch voor deze laatrijpende druif is de lichte kleurintensiteit – wat vergelijkbaar met pinot noir – en de kruidige aroma’s. De druif wordt vaak geblend met de nerello cappuccio die heel wat vroeger oogstklaar is en lichtrode wijnen met weinig alcohol oplevert.

Voor de witte Etnawijnen speelt het druivenras carricante dan weer de hoofdrol. Deze druif werd eeuwen geleden geselecteerd en vermenigvuldigd door de wijnbouwers van Viagrande, een dorpje aan de zuidkant van de Etna. Zij kozen de naam carricante vanwege de rijkelijke en constante hoeveelheid fruit die de druif opbrengt: caricato betekent ‘geladen’.

Op het einde van de negentiende eeuw werd de druif ook aangeplant in andere wijngebieden op het eiland, maar nergens bleek de druif beter te gedijen dan op de vulkaanhellingen.
De meeste wijngaarden met carricante bevinden zich op de oostflank van de Etna op een hoogte tot  950 meter boven de zeespiegel en op de zuidflank zelfs tot 1050 meter boven zeeniveau, voornamelijk op plaatsen waar nerello mascalese niet voldoende kan rijpen. De oorsprongsbenaming Etna bianco kan enkel op het wijnetiket vermeld worden wanneer de carricante minimaal zestig procent van de blend uitmaakt. Omdat in oude wijngaarden op de Etna meestal verschillende variëteiten door elkaar staan aangeplant, mogen naast carricante ook traditionele variëteiten worden gebruikt zoals grecanico, catarratto, minella bianco en trebbiano. Dit tot maximaal veertig procent van de totale assemblage.
Etna Bianco uit Milo mag de term “superiore” dragen. Milo is een dorpje dat omgeven wordt door prachtige kastanjebossen hoog op de oostflank van de Etna. In deze wijngaarden geeft carricante het beste resultaat. Door de grote hoogte is er een groot temperatuurverschil tussen dag en nacht, waardoor carricante unieke aroma’s van honing en acacia ontwikkelt die zeer specifiek zijn voor witte Etna uit Milo.

Carricante  levert flink wat appelzuur op dat nogal scherp kan overkomen. Zelfs zonder de huidige wetenschappelijke kennis over het vinificatieproces wisten de traditionele wijnmakers van de Etna precies hoe ze hiermee moesten omgaan. Sestini schreef in 1774 dat de wijnmakers hoog op de Etna de wijn van carricante in houten vaten lieten rusten. Wanneer in de lente de temperaturen stijgen wordt de wijn wakker geschud en ontstaat een natuurlijk biologisch proces van malolactische omzetting: onder invloed van bacteriën wordt het scherpere appelzuur omgezet in het rondere melkzuur.

Voor u geproefd

 Etna bianco DOC 2020 – Alta Mora

100% carricante

Licht citroengeel met medium viscositeit

Zuivere open neus met wit steenfruit, persistente zuren en een fijn mineraal karakter. De wijn heeft een zilte toets en is opvallend volmondig en gastronomisch breed inzetbaar.

De wijn startte in 2013 als een experiment en is ondertussen een vaste waarde bij de familie Cusumano. De druiven worden extreem laat geplukt bij een sterk doorgedreven rijpheid. De wijn blijft één jaar in contact met de afgestorven gistcellen wat de complexiteit van deze wijn verklaart zonder dat er hout aan te pas komt.

Eruzione 1614 carricante 2020 – Planeta – Sicilia DOC

90% carricante, 10% riesling

Licht goudgeel met groene reflectie

Een explosie van aroma’s in de neus: rijp geel pitfruit, peer, witte bloemen. Na walsen een licht aardse toets.

Volle aanzet met enerzijds frisse groene appel en limoen en anderzijds een volle romige textuur, maar toch eindigend op fijne crispy zuren. Opvallende complexiteit voor een wijn die voor honderd procent op roestvrij staal werd gevinifieerd. Ook hier zit het geheim in het lange verblijf “sur lie” wat zorgt voor vulling en structuur.

Etna rosso DOC 2019 – Alta Mora

100% nerello mascalese, afkomstig uit vijf verschillende contrada’s op een hoogte van 600 tot 800 meter boven de zeespiegel

Lichte kleurintensiteit, lage viscositeit

Klein rood fruit, framboos en bosaardbei, zure kers, florale toetsen

Zeer elegant en finesserijk, mineraal karakter, tannine duidelijk aanwezig maar niet storend

Guardiola Etna rosso DOC 2017 – Alta Mora

100% nerello mascalese uit de single vineyard Guardiola, twee hectaren wijngaard met 150 jaar oude stokken op een hoogte van 800 tot 1000 meter boven de zeespiegel

Door de hoogte en het terroir kan de nerello mascalese langzamer rijpen, wat rijke edele tannine oplevert en uitgesproken aroma’s.

Iets vollere kleurintensiteit met licht oranje randje

Intens fijn en krachtig bouquet met telkens nieuwe aspecten. Van licht rokerige en geroosterde tonen met een bijna dierlijke component naar donker fruit, braambes en pruimenconfituur. Na walsen een mengeling van kruiden, gedroogde salie en zoethout.

In de mond elegant rijp fruitextract met donkere kersen maar ook frisse framboos en steenkoude accenten. Fijnkorrelig met heerlijk zachte en precieze tannine. Subtiel elegante zuurgraad en een eindeloze finale. Blind zou ik dit wellicht als Barolo determineren.

Deze wijn is dan ook een prachtige cru van Alta Mora, waarbij “alta” staat voor oud en “mora” voor de zwarte kleur van de aarde.

Eruzione 1614 nerello mascalese 2019 – Planeta – Terre Siciliane IGT

100% nerello mascalese

Helder transparant robijnrood met een lage viscositeit

Zuivere open neus met rode bes en framboos, na walsen venkel, wilde kruiden, bijenwas en een aardse toets

Licht puntje zoet vooraan op de tong bij de aanzet, onmiddellijk gevolgd door slanke zuren.

Finesserijke wijn met elegante tanninestructuur.

Zeker eens uitproberen straks tijdens het wildseizoen bij de eerste fazant, op karkas in de kom gebraden.

Brede selectie Siciliaanse wijnen verkrijgbaar bij www.chateaubrillant.be

Wouter De Nul