Starten met wijn proeven
Wijn is een geweldige drank, maar het is er ook één die velen sprakeloos laat. Het wordt veel gemakkelijker om controle over onze wijnervaringen te krijgen als we weten waar we op moeten letten tijdens het proeven en hoe we kunnen praten over de variaties in stijl van wijn. Het is niet nodig om pretentieuze beschrijvende proza aan te nemen of te verdwalen in subjectieve percepties. De meest fundamentele kwaliteiten van wijn kunnen worden geïdentificeerd door één zintuig per keer te nemen. Een eenvoudige checklist stelt ons in staat nieuwe wijnen te beoordelen en nauwkeurig te beschrijven wat we wel en niet leuk vinden.
Voorbereiding is essentieel
Om het meeste uit uw wijnproefervaring te halen, wilt u de juiste omgeving creëren en de juiste hulpmiddelen bij de hand hebben:
Proeflokaal: Het ideale proeflokaal is vrij van afleidingen. Het moet goed verlicht en verlucht zijn en minimale achtergrondgeluiden of geuren hebben die uw zintuigen kunnen beïnvloeden. De kamer moet ook ruim genoeg zijn om u comfortabel te kunnen bewegen tijdens het proeven.
Glaswerk: Gebruik grote, schone, heldere wijnglazen die u in staat stellen de kleur van de wijn te zien en hem gemakkelijk te walsen (wijnjargon voor ‘in het glas laten rondwervelen’). Vermijd gekleurde of geëtste glazen, omdat deze uw perceptie van het uiterlijk van de wijn kunnen verstoren. Zorg ervoor dat u genoeg glazen bij de hand hebt, zodat u ze niet tussen de wijnen hoeft te hergebruiken.
Schrijfmaterialen: Houd een notitieboekje en pen bij de hand om uw indrukken op te schrijven. Dit helpt uw ervaring te verankeren en stelt u in staat later naar uw aantekeningen terug te verwijzen. Voorzie gasten die misschien hun eigen materiaal vergeten zijn van schrijfmateriaal.
De drie stappen van proeven
Zicht, geur, smaak – dit is de klassieke volgorde voor het evalueren van een wijn. Neem uw tijd bij elke stap, aangezien elke stap belangrijke aanwijzingen geeft over de identiteit en kwaliteit van de wijn.
Zicht: Kijk eerst naar het uiterlijk van de wijn. Is het helder en schitterend, of troebel en dof? Welke kleur heeft hij – bleek, diep, of ergens daartussenin? Wals de wijn zachtjes en let op hoe snel of langzaam de “benen” of “tranen” vormen. Dat zijn de dunne straaltjes wijn die langs de zijkanten van het glas lopen na het walsen. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, duiden ze niet op een hoog glycerolgehalte, maar zijn ze simpelweg het effect van alcohol op de viscositeit van de wijn. Hoe hoger het alcoholgehalte, hoe minder vloeibaar, of viskeuzer, de wijn wordt.
De kleur van de wijn is de volgende aanwijzing voor zijn identiteit. Bekijk de wijn tegen een witte achtergrond, houd het glas aan de onderkant van de steel vast en kantel het iets van u af. Rode wijnen variëren in kleur van bleek clairet tot inktzwart, terwijl witte wijnen variëren van waterwit tot diep goud. Roséwijnen zijn lastiger, aangezien er maar weinig echt roze van kleur zijn, het kleurbereik strekt zich uit van blauwroze tot diep oranjeroze.
Hef het glas naar uw neus en neem een diepe snuif. Wals de wijn opnieuw om meer aroma’s vrij te geven. Probeer primaire fruitaroma’s te identificeren, evenals eventuele secundaire of tertiaire noten die zich kunnen hebben ontwikkeld door fermentatie en veroudering. Maak mentale aantekeningen van hoe intens, complex en aangenaam de neus is.
Neem tenslotte een slok van de wijn en laat het rond uw mond rollen, waarbij alle oppervlakken van uw tong worden aangeraakt. Slurp een beetje lucht over de wijn om deze verder te beluchten en de smaken te versterken. Let op de body van de wijn, de textuur, de zuurgraad, de tannines, het alcoholgehalte en de algehele balans en harmonie. Evalueer hoe de smaken zich verhouden tot de aroma’s die u heeft waargenomen, en of de wijn de belofte van zijn uiterlijk en geur nakomt.
Na het uitspugen van de wijn, neemt u een moment om na te denken over uw algehele indruk van de wijn. Lijkt deze jong en levendig, of rijp en ontwikkeld? Is het goed gemaakt en aangenaam, of op een of andere manier gebrekkig? Maak mentale aantekeningen zodat u later kunt verwijzen naar deze wanneer u andere wijnen beoordeelt.
Lees verder onder de pub
De wijntypes
Witte wijnstijlen
1. Lichte witte wijnen:
– Visueel: Bleek, waterwit tot licht strokleurig
– Aroma: Delicaat, bloemig, citrus, groene appel
– Smaak: Licht, fris, hoge zuurgraad, laag alcoholgehalte
Voorbeelden: Pinot Grigio, Sauvignon Blanc, Vinho Verde
2. Medium body witte wijnen:
– Visueel: Bleek tot medium goudkleur
– Aroma: Rijpe boomvruchten, subtiele bloemige tonen, mineraal
– Smaak: Gebalanceerde zuurgraad, matig alcoholgehalte, lichte eikinvloed is mogelijk
Voorbeelden: Chardonnay, Riesling, Albariño
3. Volle witte wijnen:
– Visueel: Diep goud tot amberkleur
– Aroma: Rijpe tropische vruchten, kruiden, geroosterde noten
– Smaak: Rijk, romige textuur, lage zuurgraad, vaak uitgesproken eikinvloed
Voorbeelden: Geëikte Chardonnay, Viognier, Roussanne
Rode wijnstijlen
1. Lichte rode wijnen:
– Visueel: Bleek robijn- tot helder granaatrood
– Aroma: Rode bessen, kruiden, aards
– Smaak: Krokant zuur, zachte tannines, laag alcoholgehalte
Voorbeelden: Pinot Noir, Gamay, Zweigelt
2. Medium body rode wijnen:
– Visueel: Medium robijn tot diep paars
– Aroma: Zwarte bessen, specerijen, dikwijls subtiele eik
– Smaak: Gebalanceerde zuurgraad en tannines, matig alcoholgehalte
Voorbeelden: Merlot, Sangiovese, Tempranillo
3. Volle rode wijnen:
– Visueel: Ondoorzichtig, inktachtig paars tot bijna zwart
– Aroma: Rijpe zwarte vruchten, bakkruiden, vanille
– Smaak: Intens, geconcentreerd fruit, vaak stevige tannines, hoog alcoholgehalte
Voorbeelden: Cabernet Sauvignon, Syrah/Shiraz, Malbec
Een proeverij voor beginnende wijnproevers kan drie witte wijnen (eentje uit elk type) en drie rode wijnen (idem) omvatten. Op die manier zijn de verschillen tussen de wijnen zeer duidelijk en leert u snel bij. Succes!
